Wandelen

In de regio van de Jalon-vallei (de Marina Alta, het noordelijkste deel van de provincie Alicante) kun je fantastische wandelingen maken op allerlei verschillende niveaus. Hieronder geven we suggesties voor diverse wandelroutes. Waar mogelijk geven we ook tips over hoe en waar je die kunt combineren met lekker eten. Op je eerste dag zou je bijvoorbeeld kunnen beginnen met een rustige route direct vanuit Alcalalí, om een beetje te wennen aan het mooie weer. Maar ook vanuit andere plaatsen in de buurt zoals Lliber, Jalon, Tarbena en Murla kun je hele leuke en gevarieerde tochtjes maken. En zelfs als je de Marina Alta al meermaals hebt bezocht, valt er dankzij het gevarieerde landschap telkens toch weer van alles te ontdekken!

Tip: als je van plan bent om ergens te lunchen, is het vaak handig om van te voren even te bellen. Dan weet je in ieder geval zeker dat ze die dag geopend zijn en alvast een tafel voor je reserveren. Vaak is het geen enkel probleem om pas om 15:00 uur te gaan lunchen. Tevens is het raadzaam om altijd contant geld bij je te hebben, omdat op hooggelegen plekken de mobiele pinapparaten nu eenmaal niet altijd zo goed werken!

Vanuit Alcalalí

Om te beginnen (of op een luie rustdag) kun je even het mooie uitzichtje meepikken vlak bij de villa. Op het hoogste punt in Solana Gardens, de Mirador Cocó del Garbell, heb je een mooi uitzicht over Alcalalí en de Jalon-vallei. Je hoeft er maar een paar honderd meter voor te lopen, en dan heb je de eerste 60 hoogtemeters al weer binnen. Of je kunt meteen de andere uitzichtpunten van Alcalalí meepakken in de Ruta de los miradores.

Uitzicht over Alcalalí en Jalon-vallei, vanuit de Mirador Cocó Garbell

De vlakke route van Alcalalí naar Jalon (3 km).

  • Weg van de autoweg, tussen de amandelbomen, olijfbomen en druivenstruiken. Deze route begint net ten zuiden van Alcalalí, op het ‘ uitzichtpunt’ aan het einde van de Carrer Forn. Daar volg je een pad dat naar beneden loopt, door het hoge riet, en steek je de meestal droogliggende rivierbedding over. Even omhoog en dan links richting Jalon. Voor de precieze route op gps klik hier.
  • Met een kleine aanpassing aan het begin is deze route ook geschikt voor kinderwagens en fietsen; in dat geval begin je in Alcalalí ten westen van het waterreservoir, bij het ‘Ecoparc’. Daar naar beneden over de verharde weg, eenmaal boven linksaf en je komt uiteindelijk op bovenstaande route uit.

Onder het motto: ‘waar kijken we vanuit het terras nou precies op uit ?’

  • Vanuit de villa kun je in 1,5 uur naar het Maserof-gebied lopen, door een soort kloof (7 km, 250 hm, link). Een klein omwegje brengt je ook langs de Ermita van Alcalalí. Eenmaal boven kijk je ineens in een hele andere vallei, met landbouwterrassen. Daar kun je eventueel moed op doen voor de terugreis met een lunch bij Casa Susi (zie pagina Eten & Drinken). Op de terugweg kijk je regelmatig uit op ons huis. (heen & terug 15 km, 340 hm link).
  • Een uitdaging is natuurlijk de beklimming van de Col de Rates. Dat kan prima vanuit de villa (13 km, 480 hm). Eerst een stuk vlak, door de vallei tussen de sinaasappelbomen door naar Parcent. Daarna van de noordwestkant klimmen naar de Col, en aan de oostkant weer afdalen. Deze route voert je meteen weer terug naar de villa, maar je kunt natuurlijk ook besluiten om nog even iets te drinken in het dorp…
  • Met bovenstaande route ben je alleen nog op de Col geweest. Maar de bergrug gaat nog veel verder! Een nog grotere uitdaging is natuurlijk de echte top: Cim Carrascal. Dat is alleen wel een stuk pittiger, met name het tweede deel van de klim (na de bron) bevat enkele steile stukken. Maar als het niet te heet is, en je voldoende tijd neemt, is het zeker de moeite waard.
    • Meestal loop begin je deze route vanuit Parcent (13 km, 720 hm)
    • Eventueel kan je hem ook lopen vanuit Alcalalí (20 km, 830 hm)
    • Er is ook nog een verkorte variant (10 km, 480 hm) mogelijk. Die heeft als nadeel dat je begint met een stuk over de verharde weg, maar scheelt je wel een hoop tijd en hoogtemeters.

Tossal Gros (de top boven de villa)

Het mooiste 360-graden uitzicht vind je recht boven de villa, op de top van de Tossal Gros.*** Maar dit is wel een serieuze wandeling, die vraagt om goed schoeisel en een goed oriëntatievermogen. Nadat je vanuit de rivier omhoog gegaan bent, steek je de weg over en volg je de aangegeven groen-witte officiële route (links onder de oprit langs). Deze route voert je door het bos, in een kleine lus langs een eeuwenoude grotschildering en de eerste mooie uitzichten. Daar zou je kunnen omdraaien en de makkelijke route terug nemen, maar dan mis je het echte spektakel.

Hoewel het geen officieel pad is, kun je wel degelijk verder omhoog naar de top van de Tosal Gros. Eerst links om de rots heen een bestaand pad volgen, daarna rechtsaf en dan een beetje klauteren door de terrassen omhoog. Het is hier soms even zoeken, maar voor de enigszins ervaren wandelaar m.b.v. gps en richtingsgevoel goed te doen omdat het een weidse omgeving is. Geen dicht bos meer hier; wel in de zon dus, maar als je in de zomer een dag uitkiest met een beetje wind dan waait die hier de hele tijd ter verkoeling. Uiteindelijk wijzen de grote bomen je de weg naar de top, waar alle inspanning direct terugbetaald wordt.

Als elke beklimming toch eens op deze manier beloond zou worden! 🙂 Uitzichten van Cullera tot Javea, het Bernia-massief, de Col de Rates, de punt van de Penyal Roig, de valleien van Jalon, Benigembla, Vall de Laguar en Orba, en nog veel meer is hier te zien. De afdaling is wel een officieel pad, maar soms wat begroeid dus let hier goed op de steenmannetjes. Waarschijnlijk moet je meer links houden dan je intuitief zou denken. Net voor Alcalalí krijg je nog even een mooi uitzicht op de pas naar Pedreguer, waarna je direct boven Villa Arbolada weer op het asfalt uitkomt. Kortom: direct vanuit de villa, in 6 km een tocht met toch nog 300 hoogtemeters.

  • Vanuit Alcalalí kun je ook een uitdagende tocht maken, naar de top van de Solana (de bergrug ten noorden van Jalon en Lliber). Je loopt dan achter Almazara langs (11 km, 350 hm). Ook hier is echter wel goed schoeisel vereist. Daarnaast kan enige wandelervaring van pas komen, omdat hier en daar de dichte begroeiing het volgen van de paden wat lastiger maakt.
  • De iets langere variant pikt de ruïne mee van het Castel d’Aixa (14 km, 440 hm).

Vanuit andere plaatsen in de Jalon-vallei en omgeving

Vanuit Llíber en achterland kun je diverse mooie routes lopen.

  • Deze (9 km, 160 hm) wandeling gaat eerst omhoog over het asfalt, daarna naar beneden door het bos en verder langs de rivierbedding.
  • Bij deze (10 km, 330 hm) naar de Penya del Fred is de klim wat serieuzer en de zon wat meer aanwezig, maar het uitzicht fraai.
  • Lliber – Valley views (10 km, 360 hm). Met deze wandeling begin je niet in het dorp zelf, maar bereik je het startpunt via een zijweg van de cv-748 naar Gorgos. Eerst is het een stuk klimmen, maar daarna krijg je dan ook echt een heel mooi uitzicht (360 graden) over de hele kustregio (Marina Alta) en de valleien in de buurt. ***
  • Lliber – over de kam via Penya del Fred (11 km, 460 hm). Deze wandeling combineert beide voorgaande routes. Het eerste deel, de klim naar de Penya la Fred, heeft een weids uitzicht naar alle kanten maar is erg begroeid met struiken. Daardoor alleen met gps te doen en eigenlijk ook niet geschikt met korte broek. **
  • Senija – Cave, Cross & Collado (9 km, 300 hm). Niet al te moeilijke, maar wel afwisselende wandeling vanuit Senija. Eerst naar de grot, dan naar het grote kruis op de berg en vervolgens op en af door de Collado.

  • Van Murla naar Fontilles: een afwisselende tocht tussen de sinaasappelbomen, langs de stierenfokker, door de kloof en via een (donkere) tunnel naar het klooster-complex van Fontilles (link) (13 km, 290 hm).
  • Het noordelijke deel van bovenstaande route vind je ook in deze wandeling naar de Presa de Isbert (link) (10 km, 230 hm). Deze variant begint en eindigt tussen de sinaasappels ten westen van Tormos. Ook deze tocht gaat door de (voor kinderen best spannende) donkere tunnel en langs de stierenfokkerij.

Vall de Laguar (Campell, Fleix, Benimaurell)

  • Vanuit Benimaurell kun je naar de Collado de la Garga omhoog lopen, waarna je over de kam kunt lopen (7 km, 300 hm, soms klauteren over grote rotsen) met fantastisch 360-graden uitzicht. Links ligt dan de Vall de Laguar en Vall de Orba, rechts de Vall de Pop (Jalon-vallei). Op de top vindt je eventueel ook nog een leuk restaurant (La Venta del Collao, maar let op: je kunt daar alleen contant betalen).
  • Je kunt ook je auto parkeren bij La Venta del Collao en daar de wandeling starten. Voordeel is dan dat je daar ook weer kunt eindigen tegen lunchtijd (en gelukkig is het dat ook om 15:00 uur nog).
Twee valleien voor de prijs van één: zowel Orba als Jalon.
  • Vanuit Fleix kun je via de trappen van het oude ezelpad afdalen naar de Baranc del Infern, en zo een rondje lopen (10 km, 440 hm). Maar hoewel dit echt een mooie route is, moet je wel goed rekening houden met de weersomstandigheden. In de zomer, als de zon hoog staat, is het over het algemeen in de kloof te heet. En als het net geregend heeft kan er ineens water in de kloof liggen. Vervelender is echter dat dan het steiletje weggetje dat je uit de kloof omhoog voert te glad is, en daardoor te gevaarlijk. Kortom: deze route is vooral geschikt tijdens de droge dagen in het voorjaar, najaar of de wintermaanden.
  • Als je goed fit bent, kun je natuurlijk ook de stoerdere, officiele PR-CV147 variant van deze 6000-trede route doen (14 km, 720 hm). Dan ga je na de afdaling niet linksaf door de kloof, maar aan de overkant weer helemaal omhoog. Daarna is het nog twee keer op en af om weer terug in de bewoonde wereld te geraken. Ook deze variant zou ik zelf niet midden in de zomer gaan lopen.
  • Heel anders is deze ‘Kersenwandeling‘ (11 km, 380 hm) vanuit Fleix. Met deze route daal je eerst af richting Campell, om daarna grotendeels door het bos omhoog te klimmen. Daardoor is deze route beter geschikt voor de warme dagen: zelf hebben wij deze route eind augustus gelopen. De afdaling van Benimaurell terug naar Fleix gaat net weer via een ander paadje dan bovenstaande trappen-routes.
Vall de Laguar - donkey path
Het oude ezelpad in de Vall de Laguar

  • Ook vanuit Castel de Castels kun je diverse kanten op. Een niet al te moeilijke optie is de route naar de Pla de Dalt (11 km, 310 hm).
  • Rondom Tarbena tovert het grillige landschap na elke tocht wel weer een ander fraai uitzicht tevoorschijn. Deze dubbelloop (10 km, 240 hm) vonden wij het mooist. *** Extra fijn is dat ie goed combineert met een bezoek aan een van de twee authentieke familie-restaurantjes: Can Pinet in het dorp of Ca’s Pelut net daar buiten, op weg terug naar de Col de Rates (zie onze pagina over Eten & Drinken).
  • Een kortere variant rondom Tarbena vind je hier (6 km, 200 hm).

  • Absolute aanrader is ook het rondje om het Bernia-massief (9 km, 440 hm). Wel kan het hier op de zuidflank in de zomer erg warm worden. Dus idealiter vroeg beginnen, of in het voor-/najaar plannen. Helemaal ideaal is natuurlijk de combinatie van deze wandeling met een late lunch bij Refugio Vista Bernia (zie onze pagina over Eten & Drinken).***
    NB: de tijd in Komoot klopt niet, reken op 3,5 uur wandelen excl. stops. Aan de noordkant heb je soms slecht bereik, dus download de route vantevoren. Zorg voor goed schoeisel. In dec/jan wil de Refugio Vista Bernia nog wel eens gesloten zijn. Je kunt de route ook ‘clockwise’ lopen, dan begin je met een steile klim maar is de afdaling dus minder steil.
  • Halverwege de route naar de Bernia ligt het Maserof-gebied, waar ook een fraaie wandeling naar toe loopt vanuit Jalon (9 km). Slechts 300 hm, een half-schaduw klim door het bos in het begin, gevolgd door een relatief makkelijke afdaling. Wederom veel uitzicht en afwisseling voor je hoogtemeters. (Voor de Maserof-route vanuit Alcalalí, zie verderop)
  • Als je het rondje om de Bernia al eens hebt gedaan, maar toch graag nog eens wilt proeven van de paella met uitzicht en gitaarmuziek, dan zou je ook vanuit de villa naar de Refugio Vista Bernia kunnen wandelen (13 km, 500 hm one-way). Mocht je dat toch te veel vinden, of heb je geen lift terug, pak dan gewoon de fiets want ook die tocht is echt de moeite waard (zie onze pagina over Fietsen).
  • Tussen de Bernia en Benissa ligt Pinos, waar ook een aantal mooie routes te maken zijn (je kunt parkeren bij het restaurant). Wij hebben zelf deze route gewandeld over de kam aan de noordkant. Laat het ons vooral weten als je nog meer mooie routes hebt gewandeld in dit gebied!

Vanuit andere plaatsen in de Marina Alta

  • Rondje om het meer van Guadalest (11 km, 180 hm). Weinig hoogtemeters, uitstekend te combineren met bezoek aan het dorp Guadalest. Het dorp zelf is erg toeristisch, maar desondanks wel een bezoek waard. Wil je daarna weer even terug naar het echte Spanje, dan is deze wandeling een welkome afwisseling. Ook prima geschikt voor kinderen, en met mogelijkheid tot een tapas-pitstop in Bar L’Era in Beniarda.

Nog uit te werken:

  • Penyal d’Ifach, de Calpe-rots (link)
  • Calpe, vrij vlak rondje (link)
  • Benissa Pedramala rondje (link)
  • Denia, Cova Tallada (link)
  • Bolulla (link)
  • Pego-Oliva Wetlands (link)
  • Aixorta rondje (link)
  • Sella (link)
  • Planes: kruisweg naar de Ermita en Gorges del Salt (Barranco de l’Encantada).

Overige links: